Wat is een optimale tekstdekking? 
Woordkennis en tekstbegrip in groep 6.
Een artikel uit 2009 maar nog steeds heel actueel van N. Goossens en A. Vermeer.
Hier onder lees je de samenvatting. Verderop staat de link waar je het hele onderzoek kunt lezen.
Woordkennis is essentieel voor taalvaardigheid en begrijpend lezen, vooral in het onderwijs, waar kennisoverdracht grotendeels via teksten verloopt. Een beperkte woordenschat belemmert tekstbegrip, zelfs bij voldoende leesvaardigheid en grammaticale kennis. Woordkennis helpt ook bij het afleiden van betekenissen van onbekende woorden. Een tekst moet voldoende, maar niet te veel onbekende woorden bevatten om woordenschatuitbreiding te stimuleren. Tekstdekking, het percentage bekende woorden in een tekst, beïnvloedt het begrip. Dit onderzoek zoekt naar het optimale tekstdekkingspercentage voor goed tekstbegrip en woordenschatuitbreiding.
Om een tekst goed te begrijpen en er nieuwe woorden uit te leren, moet een lezer een groot deel van de woorden in de tekst al kennen. Dit wordt ‘tekstdekking’ genoemd. Schattingen over de optimale tekstdekking variëren, maar gemiddeld is een lemmadekking van 91% nodig voor goed begrip en 87% voor redelijk begrip. Bij een lemmadekking onder 83% wordt zelfs de hoofdboodschap van de tekst niet begrepen. Een woordenschat van minstens 1.000 woorden is nodig voor eenvoudige teksten, terwijl voor vlot lezen van niet-versimpelde teksten ongeveer 5.000 woorden nodig zijn.
Tekendekking vs. Lemmadekking:
- Tekendekking: Dit telt élk woord in een tekst, inclusief herhalingen. Veelvoorkomende woorden zoals ‘de’, ‘en’ en ‘is’ worden hierdoor vaker meegeteld, wat een vertekend beeld kan geven van hoeveel unieke woorden een lezer echt kent.
- Lemmadekking (typedekking): Dit kijkt naar de basisvorm van woorden. Bijvoorbeeld, ‘lopen’, ‘loopt’ en ‘liep’ tellen als één woord (‘lopen’). Dit geeft een nauwkeuriger beeld van de woordenschat die nodig is om een tekst te begrijpen.
Omdat laagfrequente woorden vaak een specifieke betekenis en hoge informatiewaarde hebben, zijn ze belangrijk voor het tekstbegrip. Tekendekking overschat soms de begrijpelijkheid van een tekst, omdat het de veelvoorkomende, minder betekenisvolle woorden vaker meetelt. Daarom wordt bij onderzoek naar tekstbegrip meestal lemmadekking gebruikt.
Dit onderzoek keek naar het optimale percentage lemmadekking voor een ‘adequaat begrip’ van een tekst. 175 kinderen uit groep 6 lazen zes teksten en maakten begripstoetsen. De resultaten tonen aan dat:
- Voor 50% correcte antwoorden is 86,6% lemmadekking nodig.
- Voor 56% correcte antwoorden én het leren van minstens één nieuw woord per tekst is 88,7% lemmadekking nodig.
- Voor 62% correcte antwoorden is 91,2% lemmadekking vereist.
Daarom wordt 88,7% als optimale tekstdekking gezien. Naast woordkennis spelen ook andere factoren een rol in tekstbegrip, zoals tekststructuur, voorkennis en context. Dit onderzoek gebruikte zowel verhalende als informatieve teksten, zonder illustraties of kopjes, om tekstdekking zuiver te meten.
Wil je het hele onderzoek lezen: https://www.researchgate.net/publication/254787356_Wat_Is_Een_Optimale_Tekstdekking_Woordkennis_En_Tekstbegrip_In_Groep