Gratis download Werkblad met Inferentie oefeningen en moppen
Inferentie oefeningen begrijpend lezen zijn essentieel als je leerlingen wilt leren tussen de regels lezen. Veel kinderen vinden het lastig om informatie af te leiden die niet letterlijk in de tekst staat. Met gerichte inferentie oefeningen begrijpend lezen help je hen om beter verbanden te leggen, conclusies te trekken en hun tekstbegrip te verdiepen. In dit blog lees je waarom inferentie belangrijk is bij begrijpend lezen oefenen en kun je gratis materiaal downloaden om meteen aan de slag te gaan in de klas of RT-praktijk.
Tussen de regels doorlezen: wat de schrijver bedoelt, maar niet zegt
Als je echt wilt begrijpen wat je leest, moet je verder kijken dan alleen de woorden op papier. Want wat de schrijver bedoelt wordt niet altijd letterlijk gezegd. Dat noemen we: tussen de regels doorlezen oftewel afleiden oftewel inferenties maken.
Wat is tussen de regels doorlezen?
Een schrijver schrijft niet alles op. Soms laat hij dingen bewust weg – omdat hij verwacht dat de lezer het zelf aanvult. Lezers moeten dan zélf afleiden wat er eigenlijk wordt bedoeld. Dat heet: inferentie maken.
Bijvoorbeeld:
Lisa keek naar haar lege bord.
Wat zie je voor je? Misschien een meisje dat net gegeten heeft. Of iemand die zuchtend naar een bord zonder eten kijkt. Maar wat bedoelt de schrijver precies? Daar kom je pas achter als je verder leest, óf als je zelf nadenkt over de context.
Als je deze zin uitbreidt naar:
Lisa keek naar haar lege bord en zuchtte.
Dan voel je: er speelt iets. Maar wat? Dat mag je zelf invullen. Ze is teleurgesteld? Verveeld? Baalt ze van wat er komt? Dat is precies het werk dat je als lezer doet als je tussen de regels door leest.
Waarom is dit zo lastig?
Veel kinderen (en volwassenen!) vinden dit moeilijk. Vooral als:
-
Ze een kleine woordenschat hebben.
-
Ze moeite hebben met inleven in anderen.
-
Ze beperkt zijn in hun taalbegrip (bijvoorbeeld bij TOS of autisme).
-
Ze geen visuele voorstelling kunnen maken van wat ze lezen.
Want om goed tussen de regels door te lezen, moet je context begrijpen, mentale beelden maken én je kunnen inleven in wat anderen denken of voelen.
Visualiseren als sleutel
Een van de krachtigste manieren om kinderen hierbij te helpen is: een plaatje of filmpje in je hoofd maken. Dit heet visualiseren. Het helpt je niet alleen om de tekst letterlijk te begrijpen, maar ook om dieper door te dringen tot wat er níet staat.
Bijvoorbeeld:
Mila kijkt naar haar appel, zucht en zegt: “Natuurlijk weer een appel.”
Als je dat visualiseert, zie je misschien een meisje met een broodtrommel, fruitdag op school, steeds diezelfde appel… En je voelt haar teleurstelling of irritatie. Maar dat staat er nergens letterlijk. Door het beeld in je hoofd komt het wel tot leven.
Hoe leer je kinderen tussen de regels door lezen?
Bij Alle Teksten de Baas oefenen we dit stap voor stap. Bijvoorbeeld:
-
Start met letterlijke zinnen.
Laat kinderen een beeld maken van wat ze lezen: “De jongen rent door het bos.” Wat zie je? Hoe ziet het bos eruit? Wat hoor je? -
Maak zinnen steeds implicieter.
“Hij keek naar zijn lege broodtrommel.” Wat betekent dat? Had hij geen eten? Was hij iets vergeten? Praat erover. -
Gebruik emoties en intonatie.
Laat kinderen zinnen met verschillende intonaties lezen of beluisteren. “Ze zuchtte.” – hoe klinkt dat als je teleurgesteld bent? Of juist opgelucht? -
Lees moppen en laat ze het ‘aha’-moment ontdekken.
Bijvoorbeeld:Een meisje neemt elke dag een dropje mee voor de juf. Op een dag niet.
De juf vraagt: “Waarom geen dropje?”
Zegt het meisje: “Ons konijn is dood.”Daar moet je wel even over nadenken… Was het drop? Of waren het konijnenkeutels? Dit soort moppen werken geweldig om tussen de regels door te leren lezen.
-
Gebruik gesprek en perspectief.
Bespreek met kinderen wat ze denken dat de hoofdpersoon voelt, denkt of bedoelt. Laat ze ervaren dat verschillende mensen dezelfde tekst anders kunnen interpreteren.
Tussen de regels door bij toetsen
Tussen de regels doorlezen is niet alleen belangrijk bij verhalen. Ook bij begrijpend lezen toetsen (zoals Cito of IEP) gaat het hier vaak mis. Kinderen kiezen dan een antwoord dat logisch klinkt – maar niet precies past bij de bedoeling van de schrijver.
Toch is het leerzaam om te vragen: “Waarom denk je dat dit het juiste antwoord is?” Soms is hun redenatie verrassend goed, ook al wijkt die af van het modelantwoord. Zo leer je als leerkracht óók hoe kinderen denken.
Tot slot
Tussen de regels doorlezen is essentieel voor echt tekstbegrip. Het vraagt om taalvaardigheid, verbeeldingskracht, inlevingsvermogen en woordenschat. Kinderen leren dit niet vanzelf. Ze hebben modeling, oefening, context en gesprekken nodig. En vooral: ruimte om zelf beelden te maken en verbanden te leggen.
Gun ze die ruimte. Praat over tekst. Stel vragen. Lach samen om een mop. Zucht samen met Mila over haar appel.
Want taal leeft – juist tussen de regels door.
Met dit werkblad kun je je leerlingen laten oefenen met inferentie. Wat hierbij goed helpt, is het maken van een plaatje of filmpje in je hoofd. De bedoeling van de schrijver wordt duidelijk en je begrijpt de boodschap van het verhaal of informatie beter. Oefen met verschillende verhaaltjes en moppen.
Meer weten?
In de training Alle Teksten de Baas besteden we veel aandacht aan visualiseren en inferentie. Maar we doen nog veel meer! Download het inkijkje en meld je aan voor de trainerscursus!
Inkijkje bij Alle Teksten de Baas 2025-2026